Pompinstallaties

Pompinstallaties aan sluizen zorgen ervoor dat het water dat gebruikt wordt opnieuw opgepompt en gerecupereerd kan worden in droge periodes.

Albertkanaal

Het netwerk van Albertkanaal en de Kempense kanalen wordt uitsluitend gevoed met water dat afkomstig is uit de Maas. Het water van het Albertkanaal en de Kempense kanalen wordt aangewend voor verschillende toepassingen. 

  • uiteraard wordt water gebruikt voor de waterbehoefte van de sluisbediening ten behoeve van de binnen- en recreatievaart, waarbij elke sluisbediening een bepaalde hoeveelheid water ‘verbruikt’
  • daarnaast wordt ook water onttrokken voor de drinkwaterproductie (Waterlink, Pidpa), voor koel- en proceswater voor industrie en elektriciteitsproductie en tenslotte ook in beperkte mate voor irrigatie van natuurgebieden en landbouwgronden. 

In 1995 sloten Vlaanderen en Nederland een verdrag af inzake de verdeling van het beschikbare Maaswater bij lage afvoeren. Dit verdrag gaat uit van een evenredige verdeling van het beschikbare water voor de voeding van de Vlaamse en Nederlandse kanalen enerzijds en van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het behoud van een minimum debiet van 10 m³/s op de Gemeenschappelijke Maas.  

In normale omstandigheden (d.i. bij normale neerslag) kan er voldoende water uit de Maas worden onttrokken om in de verschillende waterbehoeften van het Albertkanaal en de Kempense kanalen te voorzien. De Maas is evenwel een regenrivier waarvan het debiet in langdurige droogteperiodes sterk kan dalen tot ongeveer 60 m3/s te Luik of zelfs beduidend minder bij aanhoudende droogte.  

In droogteperiodes kan er onvoldoende water uit de Maas onttrokken worden om aan de normale waterbehoefte te voldoen.  Op die ogenblikken moeten waterbesparende maatregelen ingevoerd worden met negatieve impact op scheepvaart (diepgangbeperkingen, beperkingen van watercaptaties).

Project waterkrachtcentrales-pompinstallaties Albertkanaal
Om het nemen van contraproductieve maatregelen te vermijden werd een aantal jaren geleden beslist om op elk van de 6 sluizencomplexen van het Albertkanaal (Wijnegem, Olen, Ham, Hasselt, Diepenbeek, Genk) een waterkrachtcentrale-pompinstallatie te bouwen waardoor het waterverbruik van de sluizen t.g.v. het schutten kan worden gereduceerd door terugpompen van water van het afwaartse naar het opwaartse kanaalpand. Op die wijze kan ook de waterafname uit de Maas worden beperkt.

Deze installaties werden zo ontworpen dat ze, bij voldoende waterbeschikbaarheid, ook in omgekeerde richting als waterkrachtcentrale kunnen werken.  Het grote hoogteverschil van de sluizencomplexen op het Albertkanaal maakt het immers mogelijk om, tijdens periodes dat er een voldoende Maasdebiet is, het relatief belangrijk potentieel aan hernieuwbare stroom uit waterkracht te benutten en op die manier bij te dragen tot het realiseren van de Vlaamse doelstellingen m.b.t. de productie van duurzame energie op basis van hernieuwbare energiebronnen.  
Dergelijke installaties zijn reeds operationeel op de sluizen van Olen, Ham, Diepenbeek en Hasselt. De bouw van de installatie van sluis Genk is thans voorzien vanaf 2023. Daarna volgt Wijnegem.

Een investeringskost van 17 miljoen euro werd opgenomen binnen de huidige middelen van de Blue Deal voor de realisatie van de pompinstallaties in Genk en Wijnegem.

Kanaal naar Charleroi

Het Kanaal naar Charleroi wordt gevoed vanuit Wallonië door de Samber. De afgelopen zomers werden we telkens geconfronteerd met een ontoereikende toevoer, waardoor in eerste instantie moest overgegaan worden tot gegroepeerd schutten, en in tweede instantie tot het instellen van een diepgangbeperking met 30 cm. 

In september 2019 was de droogtesituatie zeer nijpend en moest de scheepvaart op het kanaal tijdelijk volledig gestremd worden. 

Project pompinstallaties Kanaal naar Charleroi
Momenteel zijn er nog geen vaste pompen aanwezig op de vier sluizen (Lembeek, Halle, Lot en Ruisbroek). 

Bij gebrek aan pompen wordt verwacht dat als gevolg van de klimaatsverandering de beperkingen voor de scheepvaart zullen blijven bestaan in droge zomers, met economische schade tot gevolg voor de sectoren die gebruik maken van het Kanaal naar Charleroi, en mogelijke shift naar andere transportmodi.

Door de bouw van pompinstallaties op de 4 sluizen van het kanaal kan deze problematiek vermeden worden en kan de scheepvaart ook in dergelijke periodes met zeer lage waterbeschikbaarheid blijven doorgaan. 

De installatie van de pompen wordt geraamd op 2 miljoen euro. Deze investeringen werden opgenomen binnen de huidige middelen van de Blue Deal.

Leie

Door het versassen van schepen is er een ‘waterverbruik’ van het opwaartse naar het afwaartse pand van de Leie. Het volume van dit waterverbruik is afhankelijk van het aantal versassingen (trafiek), de oppervlakte van de sluiskolk en het peilverschil tussen beide panden (verval). In het kader van het Seine-Scheldeproject worden de sluizen van Harelbeke en Sint-Baafs-Vijve herbouwd. De nieuwe sluizen hebben een grotere sluiskolkoppervlakte en dus een groter waterverbruik. De trafiek en het aantal versassingen zal in de toekomst toenemen. Daarnaast is er ook een waterverbruik ingevolge de werking van de vispassage (o.a. lokstroom) en zijn er nog enkele kleinere lekverliezen (t.h.v. sluis en stuw). In droge periodes is het bovendebiet van de Leie onvoldoende om dit waterverbruik te compenseren. Bovendien zijn we qua debiet afhankelijk van de aanlevering vanuit Frankrijk. Het oppompen van water van het afwaartse naar het opwaartse pand kan een oplossing bieden in droge periodes.

Project pompinstallaties Leie
In Harelbeke werd, bij de herbouw van het stuwsluiscomplex, reeds een pompinstallatie/turbine gebouwd als onderdeel van het totaalproject. Het oppompen van water vanuit het pand Sint-Baafs-Vijve-Harelbeke naar het pand Harelbeke-Menen is maar zinvol als de aanpalende sluiscomplexen (Sint-Baafs-Vijve en Menen) ook beschikken over een pompinstallatie. Bij voldoende debiet kunnen deze installaties als turbine werken, wat kan bijdragen tot de doelstellingen van de Vlaamse overheid inzake duurzame energieontwikkeling.
Momenteel wordt enkel de studie (ca. 500.000 euro) voor de installatie van de pompinstallaties opgenomen in de Blue Deal.

Durme

In de Durmevallei wordt de bouw van 2 pompinstallaties voorzien om het bovenstroomse hemelwater van beken en grachten te kunnen afvoeren naar de Durme, alsook om de waterstand in het Groot Broek te kunnen reguleren.

De bouw van deze 2 pompstations biedt zowel een remediëring tegen de wateroverlast in de winterperiode in de Durmevallei (bij hoogtij en piekwaterstanden), als een remediëring tegen verdroging in de zomerperiode (sponswerking en verhoging grondwaterstanden in Groot Broek), waardoor de Durme naderhand minder kwetsbaar en onderhevig aan wateroverlast en droogte zal worden. 

De totale kostprijs voor de bouw van deze 2 nieuwe pompstations wordt geraamd op ca. 10 miljoen euro, waarvan reeds 6 miljoen euro werd opgenomen binnen de Blue Deal.

Mobiele pompinstallaties

De Vlaamse Waterweg heeft het initiatief genomen naar aanleiding van de droogtesituatie in 2019 om, in afwachting van de installatie van vaste pompen, via een aanbestedingsopdracht mobiele pompen in te huren die op afroep kunnen geplaatst worden op sluizen.  

Op die manier kan een stremming van het scheepvaartverkeer in droogteperiodes vermeden worden. Een meer structurele aanpak is evenwel noodzakelijk door de bouw van vaste pompinstallaties op de 4 sluizen van het Kanaal naar Charleroi. Totdat vaste pompinstallaties beschikbaar zijn, zal De Vlaamse Waterweg instaan voor gehuurde mobiele pompen. 

https://www.vlaanderen.be/vlaamse-regering/vlaamse-veerkracht/duurzamer-leven

Laatste nieuws

Top